Henk Soorsma: 'In 2015 moet duidelijk zijn hoe het bedrijfsleven op IHM kan aansluiten'
Twee jaar geleden zetten Henk Soorsma (EZ) en zijn collega Roeland Allewijn (Rijkswaterstaat) de eerste stappen tot de oprichting van het Informatiehuis Marien. Nu is Henk een van de twee opdrachtgevers van het IHM. (Informatiehuis Marien) Hij is tevreden met resultaten tot nu toe: '2013 en 2014 zijn bewust gebruikt om het huis goed te bouwen. 2015 moet het jaar zijn dat ook de buitenwereld weet dat het IHM er is en er gebruik van maakt.'
Henk is MT-lid bij de directie Natuur en Biodiversiteit (N&B), onderdeel van het directoraat-generaal Natuur en Regio. Deze directie zorgt dat ons land aan zijn internationale verplichtingen op het gebied van biodiversiteit voldoet. ‘N&B stimuleert dat natuur een rol speelt bij afwegingen in het economisch en maatschappelijk proces. En is onder meer verantwoordelijk voor een nieuwe natuurvisie en natuurwetgeving. Hierdoor was ik ook nauw betrokken bij de afweging om wel of niet een Informatiehuis Marien op te starten.’
Samenwerking
Het uiteindelijke initiatief hiertoe volgde na het verschijnen van het adviesrapport in februari 2012. ‘We zijn met Rijkswaterstaat al een paar jaar bezig om het Informatiehuis Marien op te zetten en ik moet zeggen dat we als opdrachtgevers een bijna onuitgesproken zelfde sturingslijn hanteren. We begrijpen elkaars belangen. Hierdoor is het veel gemakkelijker is om IHM (Informatiehuis Marien) in een door ons als opdrachtgevers gewenste richting te sturen.'
Henk hoeft dan ook niet lang na te denken over de vraag waarom het zo belangrijk is dat er een IHM is. 'Allereerst vind ik het voor de monitoring van natuur- en visserijdata erg belangrijk dat data-inwinning beter op elkaar worden afgestemd en voor de gebruikers beter worden ontsloten. Om diezelfde reden was ik ook betrokken bij de oprichting van het Informatiehuis Water. Ook het ministerie van Economische Zaken heeft er belang bij dat data volgens eenzelfde uniforme, wetenschappelijke wijze worden verzameld en opgeslagen. En dat gebruikers weten hoe ze aan die data kunnen komen.’
Buitenwereld
Uiteraard is het belangrijk dat de buitenwereld snel merkt dat het informatiehuis er is en dat ze daarvan gebruik kunnen maken. Dat is nu nog niet het geval. Dat komt omdat we als opdrachtgevers bewust ervoor gekozen hebben om het Informatiehuis in de eerste twee jaar zo goed en goedkoop mogelijk op te zetten. 2015 moet voor mij dan ook het jaar zijn dat ook de buitenwereld merkt dat er een informatiehuis is. Dat doelgroepen zijn aangeboord. Dat onderzoeksbureaus weten dat ze, als ze informatie nodig hebben om in het kader van een vergunningverlening een rapportage te kunnen maken bij het IHM moeten zijn. Dat een IMARES in 2015 ervaart dat het IHM echt werkt en dat ze er ook volop gebruik van gaan maken. En dat we weten welke bedrijven baat hebben bij het IHM. Die doelgroepen heb ik nu nog niet scherp in beeld.'
'En over vijf jaar? Dan hebben we veel beter voor ogen wat voor meerwaarde de verschillende informatiehuizen voor een specifiek segment hebben als water of marien. Tegelijkertijd gaan we door de nieuwe Omgevingswet veel meer combinaties zien van diverse vormen van data-inwinning en monitoring. Misschien blijven de informatiehuizen nog wel zelfstandig, maar worden ze onderdeel van een landelijk monitoringsnetwerk voor data-inwinning op land, water en op zee.'