Standaardisatie: Oplossing of keurslijf?
Een goede standaardisatie is een van de belangrijkste pijlers voor het uitwisselen van data. Iedereen snapt dat je in het huidige tijdperk geen gegevens meer kunt uitwisselen via een floppydisk, omdat de meeste computers niet eens meer een floppydisk kunnen lezen. Als de techniek niet mee ontwikkelt, raakt deze buiten de standaard, aldus Dennis van Schaardenburg (kwartiermaker bij Informatiehuis Marien).
Standaarden, standaardisatie en veranderingen. Het is een haat-liefde verhouding. Het fijne aan een standaard is dat die ons helpt. Het geeft een norm, gegevens worden uitwisselbaar en vergelijkbaar en het levert vaak efficiëntie op. Als iedereen dezelfde standaard gebruikt, is het leven lekker simpel. Pas als er een nieuwe standaard in het spel komt, wordt het spannend. Het kan namelijk best zijn dat de gebruikers van die andere standaard waardevolle gegevens hebben, maar hoe kom je tot een uitwisseling of een vergelijking? En wat doe je als je je data gestandaardiseerd hebt opgeslagen, maar je partners een ander (rapportage)format vragen? Dat betekent handwerk en daar gaat de efficiencywinst.
Bovenstaande is de wereld van de mariene data. Data die we graag willen uitwisselen in een wereld waar al goede initiatieven zijn, maar waar je ook weleens struikelt over de veelheid daaraan. Neem de Europese dimensie: MyOcean, Emodnet, Copernicus, enzovoort. Allemaal interessante initiatieven. Telkens net uit een ander perspectief ingestoken, strevend naar uitwisselbaarheid van data, maar vaak net anders gestandaardiseerd. Ook aan de rapportagekant zijn er veel “verplichtingen”. KRM, OSPAR (Convention for the Protection of the Marine Environment of the North-East Atlantic), VHR, ICES, HELCOM vragen allemaal gegevens (via een rapportage), elk met hun eigen format. Nationaal is het niet veel anders. Verschillende organisaties gebruiken, soms meerdere, verschillende standaarden om data uit te wisselen.
Is dat nu logisch? Op het eerste gezicht niet, maar historisch gezien wel zo gegroeid. Vaak wilde men vanuit een bepaald vakgebied en op beperkte schaal gegevens uitwisselen. En koos men vanuit die inhoud voor een bepaalde standaard en format. Maar de wereld verandert. Nu worden rapportages
meer integraal opgesteld. Zo komen vakgebieden bij elkaar en worden standaarden beproefd op hun kunnen.
Mapping (het omzetten van data en metadata van de ene naar de andere standaard) kan een oplossing zijn. Hierdoor kan je met meer dan een standaard werken. Voorwaarde is wel dat de informatie in het gekozen format past, anders verdwijnt informatie en dat is niet wenselijk. Een tweede oplossing is het streven naar werken met zo min mogelijk verschillende standaarden en vervolgens dat ook uit te werken voor rapportages. Zo stelt het protocol Mariene Data voor om met twee standaarden voor de semantiek te werken (SEADATANET en AQUO). Het Informatiehuis Marien wil nu met de deelnemende organisaties (RWS (Rijkswaterstaat), EZ, Deltares en Imares) bespreken wat dit voor de werkprocessen betekent. Hiervoor zijn aanpassingen nodig, maar uiteindelijk leiden die tot meer efficiëntie.